De Koningin trilogie

Drie eenakters van Cocky van Bokhoven bewerkt.

Het verhaal handelt over twee zussen, Ina en Dora, die jarenlang op Prinsjesdag langs de route zitten waar de gouden koets met de koningin langskomt. Dora kijkt, na de dood van Ina, terug op hun leven, waarin een aantal thema’s een belangrijke rol hebben gespeeld. Zijzelf heeft haar herinneringen aan Herbert, een lakei die op Prinsjesdag de Gouden Koets escorteerde. Ina, haar vijf jaar oudere zus heeft een idool gevonden in Baron Joan Derk van der Capellen tot den Pol, een achttiende-eeuwse tegenstander van de Oranjes. Beide heren hebben grote invloed op het leven van de ongetrouwde zussen.
Tijdens het jaarlijks terugkerend ritueel op Prinsjesdag is te zien dat de communicatie tussen de twee ouder wordende dames wonderlijke vormen aanneemt. Door hun voortdurende samenzijn kennen ze elkaar door en door, of toch niet? Ondanks politieke meningsverschillen hebben ze een gemeenschappelijke liefde gevonden in Pim ‘met de hondjes’. Hij heeft hun laatste levensjaren nog volop kleur gegeven.